Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • mas·sa·li·teit
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord massaliteit massaliteiten
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de massaliteitv

  1. het bestaan uit een zeer groot aantal
     Aalbersberg bekijkt hoe de operatie nu verder vorm moet krijgen. "Maar die zal niet meer de massaliteit hebben zoals wij dat tot nu toe hebben gezien."[2]
     Ik realiseerde me toen dat de massaliteit van het moorden niet is over te brengen. Ik was in een kerk en daar hoorde je alleen zoemende vliegen. Het was doodstil in die kerk op die vliegen na. Die kwamen op de massa rottende lijken af. Het metertje van mijn cassetterecorder sloeg uit. Ik heb één overlevende gevonden, een meisje van elf. Haar kaken bewogen, maar ze kon niet meer spreken. Dat moment is me wel bijgebleven.[3]

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2.   Weblink bron “Begrip Aalbersberg voor besluit” (Donderdag 7 augustus 2014, 08:07), NOS
  3.   Weblink bron “"De houding van Afrikanen trekt me"” (Woensdag 9 april 2014, 16:59), NOS