marokijnen

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  marokijnen    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• ma·ro·kij·nen

Woordherkomst en -opbouw

• afgeleid van marokijn met het achtervoegsel -en

	stellend
onverbogen	(alleen attributief)
verbogen	marokijnen

Bijvoeglijk naamwoord

marokijnen

1. gemaakt van marokijn, een fijn soort geitenleer uit Marokko

   • Deze luxe-editie is gebonden in vier marokijnen banden en verguld op de snede. 

Gangbaarheid

• Het woord marokijnen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.