Startpagina
Willekeurig
Aanmelden
Instellingen
Financieel bijdragen
Over WikiWoordenboek
Disclaimers
Zoeken
manifesteren/vervoeging
Taal
Volgen
Bewerken
vervoeging
van het Nederlandse werkwoord
zich manifesteren
tegenwoordige tijd
verleden tijd
toekomende tijd
enkelvoud
meervoud
enkelvoud
meervoud
enkelvoud
meervoud
1
ik
manifesteer
me
wij, we
manifesteren
ons
ik
manifesteerde
me
wij, we
manifesteerden
ons
ik
zal me
manifesteren
wij, we
zullen ons
manifesteren
2
jij, je
manifesteert
je
jullie
manifesteren
je
jij, je
manifesteerde
je
jullie
manifesteerden
je
jij, je
zal, zult je
manifesteren
jullie
zullen je
manifesteren
u
manifesteert
zich/u
u
manifesteert
zich/u
u
manifesteerde
zich/u
u
manifesteerde
zich/u
u
zult zich/u
manifesteren
u
zult zich/u
manifesteren
gij, ge
manifesteert
u
gij, ge,
gijlieden
manifesteert
u
gij, ge
manifesteerde
u
gij, ge,
gijlieden
manifesteerde
u
gij, ge
zult u
manifesteren
gij, ge
gijlieden
zult u
manifesteren
3
hij, zij, het
manifesteert
zich
zij, ze
manifesteren
zich
hij, zij, het
manifesteerde
zich
zij, ze
manifesteerden
zich
hij, zij, het
zal zich
manifesteren
zij, ze
zullen zich
manifesteren
onvoltooid deelwoord
voltooide tijd
gebiedende wijs
aanvoegende wijs
zich
manifesterend
zich
gemanifesteerd
hebben
manifesteer
u/je ,
manifesteert
je
manifestere
zich