manifesteerde
- ma·ni·fes·teer·de
vervoeging van |
---|
manifesteren |
manifesteerde
- enkelvoud verleden tijd van manifesteren
- Ik manifesteerde.
- Jij manifesteerde.
- Hij, zij, het manifesteerde.
- Ik manifesteerde.
- Het woord manifesteerde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.