• man·go·mo·ment
enkelvoud meervoud
naamwoord mangomoment mangomomenten
verkleinwoord mangomomentje mangomomentjes

het mangomomento

  1. een op zich onbeduidende handeling die voor een ernstig zieke een geluksmoment geeft
    • In het VRT-programma kreeg een patiënte een mango van de presentatrice wat zorgde voor een mangomoment.