mangomoment
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: mangomoment (hulp, bestand)
Woordafbreking
- man·go·mo·ment
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van mango en moment
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | mangomoment | mangomomenten |
verkleinwoord | mangomomentje | mangomomentjes |
Zelfstandig naamwoord
het mangomoment o
- een op zich onbeduidende handeling die voor een ernstig zieke een geluksmoment geeft
- In het VRT-programma kreeg een patiënte een mango van de presentatrice wat zorgde voor een mangomoment.