manchetje
- [A] Geluid: manchetje (hulp, bestand)
- IPA: / ˈmɑnʃɛcə / (3 lettergrepen)
- [B] Geluid: manchetje (hulp, bestand)
- IPA: / ˈmɑ̃ʃəcə / (3 lettergrepen)
- man·che·tje
het manchetje o
- verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord manchet
het manchetje o
- verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord manche
- mancheje (uitspraakvariant)
- Het woord manchetje staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.