malachiet
- ma·la·chiet
- Leenwoord uit het Duits of Frans, in de betekenis van ‘donkergroen uitkristalliserende koperverbinding’ voor het eerst aangetroffen in 1778 [1]
- donkergroene koperverbinding [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | malachiet | |
verkleinwoord |
- een groene edelsteen
- „Biologie opende steeds meer nieuwe niches”, schrijft Hazen in een e-mail. Het leidde tot de vorming van veel voorkomende mineralen, zoals de prachtig gekleurde kopercarbonaten azuriet en malachiet. Maar ook tot talloze zeldzame mineralen. [4]
- Het woord malachiet staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "malachiet" herkend door:
59 % | van de Nederlanders; |
63 % | van de Vlamingen.[5] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "malachiet" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ malachiet op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ NRC Marcel aan de Brugh 12 maart 2016
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be