maalden af
- Geluid: maalden af (hulp, bestand)
- maal·den af
vervoeging van |
---|
afmalen |
maalden (...) af
- meervoud verleden tijd van afmalen
- Wij maalden af.
- Jullie maalden af.
- Zij maalden af.
- Wij maalden af.
- Het woord maalden af staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.