Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • maak·ten over
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
overmaken

maakten (…) over

  1. meervoud verleden tijd van overmaken
    • Wij maakten over. 
    • Jullie maakten over. 
    • Zij maakten over. 

Gangbaarheid