• maakt plaats
vervoeging van
plaatsmaken

maakt (...) plaats

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van plaatsmaken
    • Jij maakt plaats. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van plaatsmaken
    • Hij maakt plaats. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van plaatsmaken
    • Maakt plaats!