maak zoek
- maak zoek
vervoeging van |
---|
zoekmaken |
maak zoek
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van zoekmaken
- Ik maak zoek.
- gebiedende wijs van zoekmaken
- Maak zoek!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van zoekmaken
- Maak je zoek?
- Het woord maak zoek staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.