maaisel

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  maaisel    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• maai·sel

Woordherkomst en -opbouw

• Naamwoord van handeling van maaien met het achtervoegsel -sel

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	maaisel	maaisels
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het maaisel o

1. afgemaaide plantenresten

   • Daarom vraagt de gemeente inwoners nu om te helpen bij het voorkomen van verspreiding. Dat kan door al het snoeiafval of maaisel waar restanten van de duizendknoop in zitten in de grijze container te gooien en niet op een composthoop of in de groene container. Daaruit zouden namelijk weer nieuwe plantjes kunnen groeien.  
   • Berkelland gaat deze planten actief bestrijden. Het is nu nog niet mogelijk deze planten uit te roeien. „Wel zorgen we er voor dat de planten zich niet kunnen uitbreiden. Hierbij worden de planten vier keer per jaar gemaaid, waarbij het maaisel blijft liggen. Door deze methode verliest de plant een deel van zijn groeikracht en kan zich niet uitzaaien en verder verspreiden.”  
   • Het maaisel kan voor de verbetering van de landbouwgrond worden gebruikt. De betrokken gemeenten stellen het maaisel beschikbaar aan grondeigenaren die het vervolgens tot compost of bokashi verwerken.  

Gangbaarheid

• Het woord maaisel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "maaisel" herkend door:

80 %	van de Nederlanders;
89 %	van de Vlamingen.