lunaparkjes
- Geluid: lunaparkjes (hulp, bestand)
- IPA: / ˈlynaˌpɑrəkjəs / (4 of 5 lettergrepen)
- lu·na·park·jes
- lunaparkje met uitgang -s
de lunaparkjes mv
- verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord lunapark
- De Sinksenfoor is trouwens ook zoiets waar ik al van sinds mijn jeugd naartoe ga. Er zijn al wel eens jaren overgeslagen geweest, maar meestal probeer ik er toch telkens eens even naartoe te gaan. Al is het maar om eens smoutebollen te smullen en een spelletje te gaan spelen in één van de lunaparkjes daar. [1]
- Het woord 'lunaparkjes' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.