luchtvluchteling
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- lucht·vluch·te·ling
Woordherkomst en -opbouw
- Samenstelling van lucht en vluchteling
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | luchtvluchteling | luchtvluchtelingen |
verkleinwoord | luchtvluchtelingetje | luchtvluchtelingetjes |
Zelfstandig naamwoord
de luchtvluchteling m
- iemand (meestal) met longproblemen die als gevolg van een slechte luchtkwaliteit in de woonomgeving verhuist naar een plek met schonere lucht