lowbudgetklooster

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • low·bud·get·kloos·ter
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord lowbudgetklooster lowbudgetkloosters
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het lowbudgetkloostero

  1. klooster waar tegen een goedkoop tarief overnacht kan worden in een kloostercel

Gangbaarheid