• loved
  • Voltooid deelwoord van het Engelse werkwoord love in bijvoeglijk gebruik.
stellend vergrotend overtreffend
loved more loved most loved

loved

  1. bemind
  2. geliefd
    «She is much loved throughout Europe.»
    Zij is in heel Europa een geliefd persoon.
  3. hield van
    «He loved history.»
    Hij hield van geschiedenis.

loved

  1. verleden tijd van love
  2. voltooid deelwoord van love