Frans

stamtijd
infinitief verleden
tijd
voltooid
deelwoord
louvoyer
louvoyais
louvoyé
eerste groep volledig

Werkwoord

louvoyer

  1. onovergankelijk, (scheepvaart) kruisen, laveren, naar een punt zeilen waar de wind vandaan komt
  2. (figuurlijk), onovergankelijk laveren, schipperen, moeilijkheden omzeilen
Synoniemen