loste af
- los·te af
vervoeging van |
---|
aflossen |
loste af
- enkelvoud verleden tijd van aflossen
- Ik loste af.
- Jij loste af.
- Hij, zij, het loste af.
- Ik loste af.
- Het woord loste af staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.