Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • loot·ten uit
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
uitloten

lootten uit

  1. meervoud verleden tijd van uitloten
    • Wij lootten uit. 
    • Jullie lootten uit. 
    • Zij lootten uit. 


Gangbaarheid