loop vrij
- loop vrij
vervoeging van |
---|
vrijlopen |
loop (...) vrij
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vrijlopen
- Ik loop vrij.
- gebiedende wijs van vrijlopen
- Loop vrij!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vrijlopen
- Loop je vrij?
- Het woord loop vrij staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.