• loop vrij
vervoeging van
vrijlopen

loop (...) vrij

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vrijlopen
    • Ik loop vrij. 
  2. gebiedende wijs van vrijlopen
    • Loop vrij! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vrijlopen
    • Loop je vrij?