Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • loodst bin·nen
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
binnenloodsen

loodst (...) binnen

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van binnenloodsen
    • Jij loodst binnen. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van binnenloodsen
    • Hij loodst binnen. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van binnenloodsen
    • Loodst binnen! 

Gangbaarheid