lithograaf
- Geluid: lithograaf (hulp, bestand)
- li·tho·graaf
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘steendrukker’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1858 [1]
- met het voorvoegsel litho- en met het achtervoegsel -graaf [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | lithograaf | lithografen |
verkleinwoord | - | - |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- Het woord lithograaf staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ "lithograaf" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ lithograaf op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).