Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • likt op
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
oplikken

likt (...) op

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van oplikken
    • Jij likt op. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van oplikken
    • Hij likt op. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van oplikken
    • Likt op! 

Gangbaarheid