lijnden af
- Geluid: lijnden af (hulp, bestand)
- lijn·den af
vervoeging van |
---|
aflijnen |
lijnden (...) af
- meervoud verleden tijd van aflijnen
- Wij lijnden af.
- Jullie lijnden af.
- Zij lijnden af.
- Wij lijnden af.
- Het woord lijnden af staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.