lijmden dicht
- lijm·den dicht
vervoeging van |
---|
dichtlijmen |
lijmden (...) dicht
- meervoud verleden tijd van dichtlijmen
- Wij lijmden dicht.
- Jullie lijmden dicht.
- Zij lijmden dicht.
- Wij lijmden dicht.
- Het woord lijmden dicht staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.