liftmonteur
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: liftmonteur (hulp, bestand)
Woordafbreking
- lift·mon·teur
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van lift en monteur
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | liftmonteur | liftmonteurs |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de liftmonteur m
- iemand die voor zijn beroep liften bouwt, onderhoudt of repareert
- Hij werkt als liftmonteur bij KONE. Als iemand vastzit in de lift haalt hij die persoon er weer uit.
Gangbaarheid
- Het woord 'liftmonteur' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.