Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • lift·mon·teur
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord liftmonteur liftmonteurs
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de liftmonteurm

  1. iemand die voor zijn beroep liften bouwt, onderhoudt of repareert
    • Hij werkt als liftmonteur bij KONE. Als iemand vastzit in de lift haalt hij die persoon er weer uit. 

Gangbaarheid