liet binnen
- Geluid: liet binnen (hulp, bestand)
- liet bin·nen
vervoeging van |
---|
binnenlaten |
liet binnen
- enkelvoud verleden tijd van binnenlaten
- Ik liet binnen.
- Jij liet binnen.
- Hij, zij, het liet binnen.
- Ik liet binnen.
- Het woord liet binnen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.