liet
- Geluid: liet (hulp, bestand)
- IPA: / lit / (1 lettergreep)
- (Noord-Nederland): /lit/
- (Vlaanderen, Brabant, Limburg): /lit/
- liet
vervoeging van |
---|
laten |
liet
- enkelvoud verleden tijd van laten
- Ik liet.
- Jij liet.
- Hij, zij, het liet.
- Ik liet.
- ▸ Ondanks dat er honderd redenen zijn waarom iets niet kan of onhandig is, liet deze doodgewone familie uit Yorkshire zien dat het wel gewoon kan.[1]
- Het woord liet staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "liet" herkend door:
78 % | van de Nederlanders; |
72 % | van de Vlamingen.[2] |
- ↑ Tim Voors“Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
liet