liep vrij
- liep vrij
vervoeging van |
---|
vrijlopen |
liep (...) vrij
- enkelvoud verleden tijd van vrijlopen
- Ik liep vrij.
- Jij liep vrij.
- Hij, zij, het liep vrij.
- Ik liep vrij.
- Het woord liep vrij staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.