Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • liep stuk
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
stuklopen

liep stuk

  1. enkelvoud verleden tijd van stuklopen
    • Ik liep stuk. 
    • Jij liep stuk. 
    • Hij, zij, het liep stuk. 


Gangbaarheid