liaisonofficier
- li·ai·son·of·fi·cier
- samenstelling van liaison zn en officier zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | liaisonofficier | liaisonofficiers liaisonofficieren |
verkleinwoord |
de liaisonofficier m
- verbindingsofficier die de contacten tussen twee landen onderhoudt
- ▸ Bronnen melden de NOS dat Nederlandse autoriteiten ook geen aandeel hebben gehad in de arrestatie van A. in Marokko. Op dit moment zoekt de Nederlandse liaisonofficier voor dergelijke zaken contact met de Marokkaanse autoriteiten over de achtergronden van A.'s aanhouding.[1]
- Het woord liaisonofficier staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Weblink bron “Waar komt Ali A. voor de rechter?” (woensdag 21 mei 2014), NOS