lezeres
- le·ze·res
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | lezeres | lezeressen |
verkleinwoord | lezeresje | lezeresjes |
de lezeres v
- vrouwelijke lezer
- Margriet en Libelle hebben naast lezeressen ook veel lezers.
- vrouwelijke abonnee
- Veel lezeressen zeiden hun abonnement op omdat in het tijdschrift eigenlijk alleen nog maar over voetbal werd geschreven.
- Het woord lezeres staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "lezeres" herkend door:
97 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[1] |
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be