leuzen
- leu·zen
- leus zn met de uitgang -en, waarbij de slotmedeklinker weer stemhebbend wordt
- leuze zn met de uitgang -en
de leuzen mv
- Het woord leuzen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "leuzen" herkend door:
96 % | van de Nederlanders; |
85 % | van de Vlamingen.[1] |
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be