• le·ger·ben·den

de legerbendenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord legerbende
     In 1795 beschrijft hij nog verbaasd en ontzet hoe het Franse oorlogsgeweld heel Europa in zijn greep krijgt, hoe de golven - vanouds Nederlands bescherming - om de vijand in te halen verharden tot marmersteen, hoe Rijn en Maas voor de Franse legerbenden een ‘onvernielbre Waterbrug’ vormen[1]
  1.   Weblink bron
    N.C.F. van Sas
    “De metamorfose van Nederland. Van oude orde naar moderniteit, 1750-1900.” (2004), Amsterdam University Press, Amsterdam, ISBN 9053566759, p. 337