legde plat
- Geluid: legde plat (hulp, bestand)
- leg·de plat
vervoeging van |
---|
platleggen |
legde plat
- enkelvoud verleden tijd van platleggen
- Ik legde plat.
- Jij legde plat.
- Hij, zij, het legde plat.
- Ik legde plat.
- Het woord legde plat staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.