Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • leest stuk
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
stuklezen

leest (...) stuk

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van stuklezen
    • Jij leest stuk. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van stuklezen
    • Hij leest stuk. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van stuklezen
    • Leest stuk! 

Gangbaarheid