Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • leer·den aan
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
aanleren

leerden (…) aan

  1. meervoud verleden tijd van aanleren
    • Wij leerden aan. 
    • Jullie leerden aan. 
    • Zij leerden aan. 

Gangbaarheid