Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • leer·de bij
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
bijleren

leerde bij

  1. enkelvoud verleden tijd van bijleren
    • Ik leerde bij. 
    • Jij leerde bij. 
    • Hij, zij, het leerde bij. 


Gangbaarheid