• la·zen
vervoeging van
lezen

lazen

  1. meervoud verleden tijd van lezen
    • Wij lazen. 
    • Jullie lazen. 
    • Zij lazen. 
81 % van de Nederlanders;
63 % van de Vlamingen.[1]
  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be