lapzalfde
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- lap·zalf·de
Woordherkomst en -opbouw
Werkwoord
vervoeging van |
---|
lapzalven |
lapzalfde
- enkelvoud verleden tijd van lapzalven
- Ik lapzalfde.
- Jij lapzalfde.
- Hij, zij, het lapzalfde.
- Ik lapzalfde.
vervoeging van |
---|
lapzalven |
lapzalfde