landgenote
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: landgenote (hulp, bestand)
Woordafbreking
- land·ge·no·te
Woordherkomst en -opbouw
- afgeleid van landgenoot met het achtervoegsel -e
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | landgenote | landgenotes |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de landgenote v
- (persoon) vrouw uit hetzelfde land
Verwante begrippen
- vrouwelijke vorm van landgenoot
Gangbaarheid
- Het woord landgenote staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "landgenote" herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
96 % | van de Vlamingen.[1] |
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Afrikaans
Zelfstandig naamwoord
landgenote mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord landgenoot