Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • land·be·vol·kin·gen
Woordherkomst en -opbouw

Zelfstandig naamwoord

de landbevolkingenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord landbevolking
      Het is nog buiten het geheugen niet aen wat schrikkelyke folteringen onze landbevolkingen in 1847 en 1848, ten gevolge van de uitbreiding der mekanieke vlasspinneryen, ten prooi waren.[1]

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1.   Weblink bron De aenstaende kiezing en den landbouw. in: Weekblad van Dixmude, jrg. 12 nr. 620 (29 november 1857), p. 2 kol. 3