lag neer
- lag neer
vervoeging van |
---|
neerliggen |
lag neer
- enkelvoud verleden tijd van neerliggen
- Ik lag neer.
- Jij lag neer.
- Hij, zij, het lag neer.
- Ik lag neer.
- Het woord lag neer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.