lachcoach
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- lach·coach
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | lachcoach | lachcoaches |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de lachcoach m
- iemand die beroepsmatig mensen begeleidt met het (laten) lachen
Gangbaarheid
- Het woord 'lachcoach' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.