laboratoriumproef
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- la·bo·ra·to·ri·um·proef
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van laboratorium en proef
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | laboratoriumproef | laboratoriumproeven |
verkleinwoord | laboratoriumproefje | laboratoriumproefjes |
Zelfstandig naamwoord
- een proef die uitgevoerd wordt in een laboratorium.
Gangbaarheid
- Het woord laboratoriumproef staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.