laagpoliger
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: laagpoliger (hulp, bestand)
- IPA: /laxˈpoləxər/
Woordafbreking
- laag·po·li·ger
Woordherkomst en -opbouw
Bijvoeglijk naamwoord
laagpoliger
- onverbogen vorm van de vergrotende trap van laagpolig
Gangbaarheid
- Het woord 'laagpoliger' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.