Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • laad·den uit
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
uitladen

laadden (…) uit

  1. meervoud verleden tijd van uitladen
    • Wij laadden uit. 
    • Jullie laadden uit. 
    • Zij laadden uit. 

Gangbaarheid