kwam op
- kwam op
vervoeging van |
---|
opkomen |
kwam op
- enkelvoud verleden tijd van opkomen
- Ik kwam op.
- Jij kwam op.
- Hij, zij, het kwam op.
- Ik kwam op.
- Het woord kwam op staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
vervoeging van |
---|
opkomen |
kwam op