kwam nabij
- Geluid: kwam nabij (hulp, bestand)
- kwam na·bij
vervoeging van |
---|
nabijkomen |
kwam nabij
- enkelvoud verleden tijd van nabijkomen
- Ik kwam nabij.
- Jij kwam nabij.
- Hij, zij, het kwam nabij.
- Ik kwam nabij.
- Het woord kwam nabij staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.