kvv'er
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- kvv·er
Woordherkomst en -opbouw
- afkorting van kortverbandvrijwilliger met het achtervoegsel -er
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | kvv'er | kvv'ers |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de kvv'er m
- iemand die een arbeidscontract met een vaste looptijd heeft bij defensie
Gangbaarheid
- Het woord kvv'er staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "kvv'er" herkend door:
49 % | van de Nederlanders; |
59 % | van de Vlamingen.[1] |
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be