Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • kvv·er
Woordherkomst en -opbouw
  • afkorting van kortverbandvrijwilliger met het achtervoegsel -er
enkelvoud meervoud
naamwoord kvv'er kvv'ers
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de kvv'erm

  1. iemand die een arbeidscontract met een vaste looptijd heeft bij defensie

Gangbaarheid

49 % van de Nederlanders;
59 % van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be